Spanning Controleren

Artikel 1 van 3
Overzicht

Het controleren van de bandenspanning van je auto is belangrijk voor veiligheid, rijcomfort, en brandstofefficiëntie. Hier is een duidelijke stap-voor-stap uitleg over hoe je dit zelf kunt doen:

Wat je nodig hebt:

  • Bandenspanningsmeter: Dit kan een handmatige of digitale meter zijn, of je kunt gebruik maken van de meter bij een pompstation.
  • Je auto’s handleiding: Hierin staat de aanbevolen bandenspanning voor jouw voertuig.

Stappen om je bandenspanning te controleren:

  1. Controleer de aanbevolen spanning: Zoek in de handleiding van je auto of op een sticker aan de binnenkant van de bestuurdersdeur (of het tankklepje) naar de aanbevolen bandenspanning. Deze wordt vaak aangegeven in bar of psi en kan verschillen voor de voor- en achterbanden.

  2. Koude banden controleren: Controleer de bandenspanning altijd wanneer de banden koud zijn, omdat rijden de banden opwarmt en de druk tijdelijk verhoogt. Als je net gereden hebt, wacht dan minimaal een uur voordat je de spanning controleert.

  3. Verwijder het ventieldopje: Draai het kleine dopje van het ventiel van de band los. Bewaar dit goed, want je hebt het straks weer nodig.

  4. Gebruik de bandenspanningsmeter: Druk de bandenspanningsmeter stevig op het ventiel. Bij een goede aansluiting hoor je geen lucht ontsnappen. De meter geeft nu de huidige spanning van de band weer.

  5. Vergelijk met de aanbevolen druk: Vergelijk de gemeten spanning met de aanbevolen waarde. Als de spanning te laag is, moet je lucht toevoegen. Als de spanning te hoog is, laat dan voorzichtig wat lucht ontsnappen.

  6. Lucht toevoegen of laten ontsnappen:

    • Te lage spanning: Ga naar een pompstation met een luchtslang of gebruik je eigen luchtpomp om lucht toe te voegen. Druk de luchtslang op het ventiel en voeg lucht toe terwijl je de meter regelmatig controleert.
    • Te hoge spanning: Druk met een puntig voorwerp op het pinnetje in het ventiel om wat lucht te laten ontsnappen. Controleer de druk regelmatig totdat deze op het juiste niveau is.
  7. Ventieldopje terugplaatsen: Zodra de band de juiste spanning heeft, draai je het ventieldopje weer stevig vast om vuil en vocht uit het ventiel te houden.

  8. Herhaal voor alle banden: Vergeet niet om alle vier de banden te controleren, en vergeet de reserveband niet als je er een hebt! Soms is de spanning van de reserveband anders dan die van de andere banden.

Tips:

  • Controleer de bandenspanning maandelijks of voor lange ritten.
  • De aanbevolen spanning kan variëren afhankelijk van de belading van de auto. In de handleiding staat vaak een hogere waarde vermeld als de auto zwaar beladen is.

Met een juiste bandenspanning bespaar je brandstof, zorg je voor een betere wegligging en verleng je de levensduur van je banden.

Kroon Olie

Putoline Motor olie

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Aanmelden
© 2016 - 2024 De Rie Automaterialen V.O.F. | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel